Alle wereldtalen kunnen onderverdeeld worden in verschillende taalfamilies. Zo is er de taalfamilie die alle Europese talen overkoepelt, Indo-Europees, waarvan de Germaanse talenfamilie een van de belangrijkste takken is. De Scandinavische talen worden omschreven als Noord-Germaans. Ooit bestond er ook een Oost-Germaanse tak, maar die is ondertussen volledig verdwenen. De West-Germaanse tak omvat de volgende talen: Nederlands, Duits, Schots, Fries en Engels. Tussen het Schots, Engels en Fries bestaat er een zeker verwantschap.
Sommige woorden klinken in alle West-Germaanse talen bijna hetzelfde en worden zelfs nagenoeg op dezelfde wijze uitgesproken. We denken daarbij bijvoorbeeld aan het woord huis. In het Engels is dit house, in het Fries hûs en in het Duits wordt het Haus. Doorheen de geschiedenis zijn er in de verschillende talen uiteraard uitspraakveranderingen opgetreden. Het is interessant dat in die veranderingen een bepaald vast patroon kan waargenomen worden, wat men klankverschuiving noemt.
Het Engels werd geboren uit de verschillende Germaanse talen die men sprak in Groot-Brittanië en dan voornamelijk de taal van de Angelen en de Saksen. In het Engels dat vandaag de dag gebruikt wordt, is deze oorsprong echter nog maar voor een klein deel terug te vinden. Het Britse Rijk heeft binnen zijn grenzen immers een mengelmoes aan talen en culturen en heeft zich over grote delen van de wereld verspreid. In lang vervlogen tijden hebben vooral de Vikingen, met hun Oudnoords, een grote invloed uitgeoefend op het Engels. Woorden zoals sky en call zijn hier goede voorbeelden van. De grootste impact op de Engelse taal kwam echter van het Frans en dit door de Normandische overheersing. Ruim één derde van het hedendaagse Engels heeft roots in het Frans! Daarnaast zijn er in het Engels ook invloeden terug te vinden van Romaanse talen, zoals het Spaans, Latijn en Italiaans. Ook het Nederlands draagt zijn steentje bij met vooral woorden die in de scheepvaart gebruikt worden. Maar ook woorden zoals brandy (brandewijn) en cookie (koekje) vonden ooit hun oorsprong in het Nederlands.
Het Engels is dus een taal die doorheen de jaren enorm beïnvloed werd door andere talen. Dit maakt dat het Engels een zeer uitgebreide woordenschat heeft. Dit gaat zelfs zo ver dat er vaak verschillende woorden met dezelfde betekenis zijn. Deze woorden gebruikt men dagelijks in hun Germaanse varianten, daar waar ze meestal in de officiële schrijftaal in hun Franse of Latijnse varianten te vinden zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten